Zoeken
 


Politici zijn acteurs

Laatste wijziging: woensdag 13 januari 2010 om 20:51, 4071 keer bekeken Print dit artikel Bekijk alle nieuws feeds van onze site
 
woensdag 13 januari 2010

Een bekend acteur (ik ben even kwijt wie, maar het doet er niet toe) heeft eens gezegd: “Acteren is eigenlijk professioneel liegen”.

En dat klopt natuurlijk. Acteren betekent letterlijk ‘doen alsof’. Het is niet ‘echt’. En dat geeft niks. Het is maar entertainment. Een enkele keer gebeurt het dat een acteur die de slechterik speelt in een soap, op straat wordt aangevallen door iemand die wel erg opgaat in de serie, maar dat is een uitzondering. We weten vrijwel allemaal dat een soap of een film niet ‘echt’ is.

Het is dan ook merkwaardig dat we denken dat politici wel ‘echt’ zijn. Terwijl ze niet eens hun best doen om ‘echt’ te lijken. Kijk maar eens naar Balkenende, of Bos, of welke politicus dan ook op televisie: ken jij een ‘echt’ iemand die zo praat?

Als je zo’n type op een feestje zou treffen, dan zou je toch even op zijn rug kijken om te zien waar de batterijen zitten. Of niet soms? Blaberdeblaberdeblablablabla…… Het lijkt wel of er een cd in zit die wordt afgespeeld. Zo praat een normaal mens niet. Alleen een politicus praat zo.


En toch denken we dat politici ‘echt’ zijn. We denken: “zo praten politici nou eenmaal”. Alsof de verschijning ‘politicus’ een totaal ander ras is, of een andere soort.

Totdat je doorkrijgt dat politici net zomin ‘echt’ zijn als de personages in een soap of film. Politici zijn ook professionele leugenaars.

Maar er is een verschil: in tegenstelling tot soapacteurs, wordt van ons verwacht dat we politici serieus nemen. En meestal doen we dat ook. We gaan ervan uit dat politici menen wat ze zeggen. We kunnen het met ze oneens zijn, maar we gaan ervan uit dat ze menen wat ze zeggen. Terwijl politici per definitie nooit iets zeggen omdat ze het menen. Ze zeggen alleen iets uit politieke overwegingen.

Ze zeggen alleen datgene dat in hun politieke doelstellingen past. En ze ‘doen alsof’ ze het menen. Ze acteren dus. En ze acteren slecht.

Maar het valt niet op omdat ze allemaal slecht acteren. We denken dat het bij het vak hoort. Een soort professionele afwijking. Dat die wezenloze blik en dat geratel van onbegrijpelijk taal een afwijking is die nou eenmaal nodig is om politicus te kunnen worden. Maar dat is niet de afwijking die je nodig hebt voor een politieke carrière.

De afwijking die je wel nodig hebt is: je moet voortdurend kunnen liegen. Liegen om je doelen te bereiken. En voor ‘liegen om een doel te bereiken’ bestaat een mooi woord: manipuleren.

Nu hoor ik vaak mensen roepen: “Maar het kunnen toch nooit ALLEMAAL gewetenloze manipulerende leugenaars zijn!?”

Toch wel. Diegenen die een politieke carrière nastreven en met zoiets lastigs als een geweten opgescheept zitten, worden simpelweg geweerd door de gevestigde orde. Hetzij aan het begin van hun carrière de weg geblokkeerd in de partij, of, als later toch sprake van een geweten blijkt te zijn, in de media afgefakkeld.

Het politieke toneel KAN geen echte mensen toelaten, omdat oprechtheid instinctief herkend wordt door het publiek. Dus als er ook maar één oprecht iemand op het politieke toneel verschijnt, dan zal het publiek hem of haar direct als oprecht herkennen, en vallen alle professionele leugenaars direct door de mand.

Een mooi voorbeeld was Pim Fortuyn. Je kon het met hem eens zijn of niet, maar hij glipte door de mazen van het net, en het publiek herkende in grote getale zijn oprechtheid. En daarmee ontmaskerde hij direct alle leugenaars. Wie herinnert zich niet de ‘Melkertmuil’? Wat er met Fortuyn gebeurd is weten we allemaal……

Maar waarom is het zo noodzakelijk voor politici om te liegen? Zij vertegenwoordigen toch het volk? Of niet?

Niet.

En dat is meteen de reden waarom ze MOETEN liegen. Omdat wij moeten denken dat politici ons –het volk- vertegenwoordigen. Politici vertegenwoordigen van alles, maar zeker niet het volk.

Politici vertegenwoordigen belangen. En niet in de laatste plaats hun eigen belang. En hun belang is: het verdedigen of versterken van hun eigen positie. Hun plekje in de pikorde. Het ‘volk’ interesseert ze hoegenaamd niets. Zolang dat volk maar netjes belasting betaalt, zijn mond houdt en eens per vier jaar braaf naar de stembus holt. Nee, de eigen positie wordt veel beter gewaarborgd wanneer ze een ander belang vertegenwoordigen: dat van de machtige internationale corporate-elite.

De top van het internationale bedrijfsleven bepaalt de agenda voor de wereld. Ze besturen de wereld zonder zich iets aan te hoeven trekken van grenzen of wetten. Ze heten niet voor niets multinationals. Ze hebben de controle over alle belangrijke industrieën, banken, en media. Het is voor politici dus een voorwaarde om deze belangen te vertegenwoordigen, willen ze op het treintje van de macht meerijden. Ligt iemand dwars, dan zorgen de door deze elite gecontroleerde media er wel voor dat zo iemand publiekelijk afgebrand wordt.

Wie kan er grote fouten maken en vervolgens beloond worden met miljarden aan belastinggeld? Alleen de banken. Wie kent dat geld toe? Juist: de politiek. Wiens belang vertegenwoordigt de politiek dan?

Dat degradeert politici tot onderaannemers van de corporate-elite, zoals Dorien Pessers terecht opmerkte in haar artikel in de Volkskrant van zaterdag 5 december. Onderaannemers die optreden als professionele leugenaars om het publiek te laten geloven dat ze ‘echt’ het volk vertegenwoordigen.

Ik zou zeggen: stop met het meespelen in het spelletje en stop dus met stemmen. Als niemand meer gaat stemmen, kunnen ze niet anders dan opstappen en een echt baantje zoeken. Of ze moeten dan officieel de dictatuur uitroepen.


Bron: pieterstuurman

Voeg toe aan: