Centraal planbureau propaganda

Laatste wijziging: dinsdag 16 juni om 15:55, 4773 keer bekeken
 
Groningen, dinsdag 16 juni 2009

 

CENTRAAL PLANBUREAU
Onderwerp: persbericht
Nummer: 18

De Nederlandse economie krimpt dit jaar naar verwachting met 4¾%. Voor volgend jaar is een afname van het BBP voorzien van ½%. Met name de uitvoer krijgt dit jaar rake klappen, omdat de relevante wereldhandel in de raming met een niet eerder vertoonde 15¼% terugvalt. Maar ook consumenten geven beduidend minder uit dan vorig jaar. De scherp terugvallende productie gaat onherroepelijk gepaard met een fors oplopende werkloosheid. Deze komt volgens de huidige prognose uit op gemiddeld 5½% in 2009 en stijgt volgend jaar snel verder tot 9½%. De overheid schrijft dit en komend jaar dieprode cijfers, met begrotingstekorten van respectievelijk 4,1 en 6,7% BBP.

Dit zijn de belangrijkste ramingen uit de 'Koninginne-MEV' die jaarlijks in juni verschijnt als input voor de begrotingsvoorbereiding van het kabinet. De toelichting op deze ramingen is vandaag gepubliceerd in het juninummer van de CPB Nieuwsbrief. Het Centraal Planbureau (CPB) presenteert hierin prognoses voor de Nederlandse economie in de jaren 2009 en 2010. Andere artikelen in deze CPB Nieuwsbrief gaan vooral over de Europese Unie, zoals over de Lissabondoelstellingen, de voordelen van de interne markt en het belang van de 'oude' lidstaten bij de welvaart van de nieuwe lidstaten in Midden- en Oost-Europa.

Zware mondiale recessie
Sinds maart is de onrust op de financiële markten, ontstaan na het faillissement van de Amerikaanse investeringsbank Lehman Brothers, afgenomen dankzij de uitzonderlijke maatregelen van centrale banken en regeringen. Marktpartijen houden niet langer rekening met een totale ineenstorting van het financiële systeem. Van een normalisering is echter nog geen sprake. Veel deelmarkten functioneren nog steeds nauwelijks, schattingen van geleden bankverliezen zijn recentelijk weer opwaarts herzien en de daling van de huizenprijzen in de Verenigde Staten en veel eurolanden duurt voort.
Bekeken over het gehele jaar zal 2009 de sterkste productiedaling sinds de Grote Depressie van de jaren dertig laten zien. In het eurogebied daalt het BBP naar verwachting met maar liefst 5%. Door het expansieve macro-economische beleid en de veronderstelde verbetering op de financiële markten is de BBP-daling in het eurogebied in 2010 veel beperkter - naar verwachting ½%. De recessie drukt de inflatie. Werkloosheid en overheidstekorten zullen volgend jaar nog geen keer ten goede ondergaan. De wereldhandel zal in 2010 weer groeien, maar slechts minimaal.

Onzekerheden blijven groot
De onrust op financiële markten is verminderd, maar een volledige normalisering tijdens de projectieperiode is zeker niet gegarandeerd. Gezien de precaire situatie zijn nieuwe problemen in de financiële sector een reële mogelijkheid. Bovendien zijn veel bedrijven en gezinnen in moeilijkheden geraakt door de diepe recessie en de scherpere kredietvoorwaarden. De kredietcrisis en de wereldwijde recessie zouden dan ook langer kunnen aanhouden dan in de gepresenteerde projectie is voorzien. Ook bestaat het risico van dalende prijzen en lonen (deflatie) als gevolg van de zeer diepe recessie. Daar tegenover staat dat de forse overheidsmaatregelen effectiever kunnen zijn dan is voorzien, zodat het economisch herstel wat sterker kan zijn.

Recordkrimp Nederlandse economie
Al sinds het tweede kwartaal van 2008 krimpt de Nederlandse economie op kwartaalbasis. Naar verwachting ligt het dieptepunt, in termen van groei, in de eerste helft van 2009. Daarna trekt de economie geleidelijk weer aan, maar per saldo krimpt de economie zowel dit als volgend jaar. Dit jaar bedraagt de geraamde krimp 4¾%. Volgend jaar is de afname van het productievolume, met ½%, geringer.
Ervaringen van landen die eerder met een bankencrisis te maken hebben gehad laten zien dat het verschil tussen piek en dal gemiddeld 9% is, en dat het bijna twee jaar duurt om het dal te bereiken. Daarmee vergeleken vallen de gevolgen van de crisis volgens de huidige prognose nog mee. Echter, zonder kredietcrisis zou de Nederlandse economie na 2008 waarschijnlijk 'normaal' zijn doorgegroeid, zodat het BBP in 2010 ten opzichte van de oude trend ongeveer 10% lager is. Hoewel er grote variatie is tussen landen, is gemiddeld genomen een substantieel deel van deze misgelopen groei structureel, dat wil zeggen langdurig en misschien zelfs permanent. Dat is het geval wanneer bijvoorbeeld de werkloosheid blijvend hoger uitkomt en investeringen in kapitaal en innovatie zich minder gunstig ontwikkelen.

Uitvoer krijgt rake klappen te verwerken
De relevante wereldhandel, van groot belang voor exportland Nederland, valt dit jaar terug met naar verwachting 15¼%, een naoorlogs negatief record. Het mag dan ook geen verrassing heten dat de uitvoer zeer scherp terugvalt. De totale goederenuitvoer neemt dit jaar met een zesde af. De uitvoer van uit Nederland afkomstige producten doet het daarbij net wat slechter dan de wederuitvoer.
Volgend jaar herstelt de wereldhandel zich naar verwachting enigszins, met een kleine groei van 1¾%, en dat leidt tot een vergelijkbaar patroon bij de uitvoer: die stabiliseert ongeveer op het lage niveau van dit jaar.

Huishoudens slaan aan het sparen
Na de aanzienlijke vermogensverliezen in 2008 kiezen huishoudens ervoor zuiniger aan te doen. Ook de angst voor het verliezen van een baan, een scherpe afname van het uitgekeerd winstinkomen en enigszins dalende huizenprijzen remmen de consumptieve bestedingen. Voor heel 2009 bedraagt de consumptiedaling in de prognose 2¾%. Het beschikbaar loon- en uitkeringsinkomen neemt dit jaar echter nog toe doordat de verwachte gemiddelde contractloonstijging van 3% ruim boven het inflatiepeil uitgaat. Daardoor verbetert de koopkracht dit jaar, in doorsnee met 1¾%. Per saldo resulteren deze ontwikkelingen in een individuele spaarquote van 2½%, d.w.z. dat de Nederlandse huishoudens per saldo gezamenlijk 2½% van hun inkomen sparen. Volgend jaar neemt de particuliere consumptie naar verwachting nog iets af, met 1%.

Investeringen vallen scherp terug
De productie in de marktsector krimpt dit jaar naar het zich laat aanzien met 6¾%. De bezettingsgraad gaat hard onderuit. Voorlopig hebben bedrijven daarom weinig behoefte aan uitbreidingsinvesteringen. Bovendien daalt de arbeidsproductiviteit dit jaar fors, omdat bedrijven pas met enige vertraging de omvang van hun personeelsbestand kunnen en willen aanpassen aan de productie. Dat betekent dat de winstgevendheid onder druk komt en ook deze ontwikkeling maakt investeren weinig aantrekkelijk. Ten slotte zijn de acceptatiecriteria voor kredietverlening momenteel scherper dan een jaar geleden. Dit alles resulteert in een sterke afname van de geraamde totale bedrijfsinvesteringen, van 14¾%. Ook volgend jaar dalen de investeringen naar verwachting fors, met 13%.

Werkloosheid neemt snel toe
Met al deze zeer slechte productiecijfers achter de rug en nog in het verschiet, krijgt ook de arbeidsmarkt het zwaar te verduren. Het aantal openstaande vacatures loopt sinds het laatste kwartaal van vorig jaar snel terug en de werkloosheid ligt inmiddels al duidelijk boven de 3,8% die voor het derde kwartaal van 2008 in de boeken staat. De door het kabinet ingevoerde deeltijd-WW drukt de werkloosheid dit jaar enigszins, maar kan niet verhelpen dat in 2009 naar verwachting gemiddeld 5½% van de beroepsbevolking werkloos is. Volgend jaar stijgt het werkloosheidspercentage in de projectie verder naar gemiddeld 9½%, bijna het niveau van de jaren 1983 en 1984.

Inflatie flink lager
De olieprijs is sinds juli vorig jaar snel gedaald. Deze daling komt vooral tot uiting in lagere brandstofprijzen en werkt daarmee in belangrijke mate door in de inflatie. Per juli 2009 worden de gas- en elektriciteitsprijzen aanzienlijk verlaagd, waardoor de inflatie in de tweede helft van het jaar duidelijk onder het jaargemiddelde komt te liggen. Op jaarbasis bedraagt de stijging van het algemeen prijspeil naar verwachting 1% in 2009 en 1¼% in 2010. De onderliggende inflatie, dat wil zeggen exclusief het effect van veranderingen in indirecte belastingen en energieprijzen, blijft in de projectie vrij stabiel tussen 1½ en 2%. Producenten hebben namelijk slechts beperkte ruimte om hun prijzen te verlagen, doordat de marges onder druk staan als gevolg van de oplopende arbeidskosten per eenheid product.

Fors tekort op de begroting
In 2008 vertoonde de begroting voor het derde jaar op rij een overschot. Dat was sinds 1961 niet meer voorgekomen. De omslag is abrupt. Dit jaar komt het begrotingstekort naar verwachting uit op 4,1% BBP. In 2010 loopt het tekort nog verder op, tot 6,7% BBP. Het leeuwendeel van de verslechtering in het EMU-saldo komt voor rekening van de automatische stabilisatoren die hun werk doen: opbrengsten uit belasting- en premieheffing lopen terug, terwijl de uitgaven aan werkloosheidsuitkeringen fors toenemen. Daar komen de kosten van het stimuleringspakket, sterk dalende aardgasbaten en oplopende tekorten van de lokale overheid nog eens bij. De EMU-schuld neemt toe tot 66,3% BBP in 2010 en ligt daarmee ruim 20%-punt hoger dan in 2007.

De fors hogere schuld als gevolg van de kredietcrisis betekent een substantiële uitdaging voor de overheidsfinanciën. Ook via andere kanalen verslechtert de crisis de vooruitzichten voor de begroting. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om vermogensverliezen van gezinnen en pensioenfondsen, maar ook de 'misgelopen' economische groei heeft gevolgen voor de overheidsfinanciën op (middel-)lange termijn. Een precieze kwantificering is op dit moment niet te geven, maar op basis van die elementen die wél te kwantificeren zijn, zullen de overheidsfinanciën onderliggend minimaal 0,5 tot 1,5%-punt slechter uitkomen dan aan het begin van de kabinetsperiode werd verondersteld.

De volledige CPB Nieuwsbrief 2009/2, het artikel 'Historische krimp Nederlandse economie' en de kerngegevenstabel uit de CPB Nieuwsbrief 2009/2 zijn alle (gratis) beschikbaar als aparte PDF-bestanden op de website van het CPB (www.cpb.nl).



Bron: cpb